
Welke korrel voor een bandschuurmachine?
De keuze van de juiste korrel voor een bandschuurmachine lijkt misschien iets kleins, maar het bepaalt of het hout er netjes uit ziet of vol krassen zit. Als je te grof schuurt, krijg je diepe groeven. Kies je juist een te fijne korrel, dan kan het hout te glad worden of er kunnen brandplekken ontstaan die je moeilijk weg krijgt.
In dit artikel lees je welke korrel het beste werkt voor jouw klus. Je ziet welke korrel past bij welk hout, hoe je schuurkrassen voorkomt en hoe je zorgt voor een glad en gelijkmatig resultaat. Zo werk je makkelijker en hoef je minder te herstellen halverwege je project.
Lees ook: ontdek onze selectie van beste bandschuurmachines voor 2025.
Wat houdt korrelgrootte in en hoe werkt het op een bandschuurmachine?
Schuurpapier heeft altijd een korrelgrootte, aangegeven met een P-nummer volgens de FEPA-normering. Hoe lager het getal, hoe grover de korrel. P40 is bijvoorbeeld grof en haalt snel veel materiaal weg. P240 is fijn en maakt het oppervlak glad.
Op een bandschuurmachine merk je dat verschil direct. Grove korrels (zoals P40 of P60) werken snel, maar maken diepe krassen. Fijn schuurpapier (zoals P180 of P240) schuurt rustiger en zorgt voor een nette afwerking, al moet je er wel wat langer mee aan de slag.
De korrelgrootte bepaalt dus hoeveel je weghaalt, hoe glad het oppervlak wordt en hoeveel tijd het kost. Ook de bandsnelheid speelt mee: hoe sneller de band draait, hoe krachtiger het schuureffect.
Welke korrel past bij welke schuurdoel?
Welke korrel je nodig hebt, hangt af van wat je precies wilt doen. Met een bandschuurmachine werk je snel, dus de juiste korrel kiezen is extra belangrijk. Globaal kun je het volgende aanhouden:
Korrel | Toepassing bij bandschuurmachine | Resultaat |
---|---|---|
P40 | Verwijderen van dikke verflagen of lijmresten | Zeer snelle materiaalafname, grof oppervlak |
P60 | Egaliseren van ruwe houten platen | Eerste stap voor oude of onbewerkte oppervlakken |
P80 | Vlak maken van houten werkstukken | Basisschuring voor zachthout of hardhout |
P120 | Gladschuren van grotere vlakken (bv. deurbladen) | Nette, egale ondergrond voor verdere afwerking |
P180 | Tussen het lakken door licht opschuren | Bevordert hechting van de volgende laklaag |
P240 | Laatste afwerking vóór oliën of lakken | Fijn en egaal oppervlak, klaar voor afwerking |
Welke korrel kies je voor vuren, eiken en andere houtsoorten?
Bij vurenhout, dat vrij zacht en splintergevoelig is, kun je beter niet te grof beginnen. P120 of fijner is meestal genoeg. Gebruik je een grovere korrel, dan krijg je snel beschadigingen in het hout.
Eiken is een stuk harder en kan meer hebben. Daar kun je prima starten met P80. Daarna werk je door met P120 of P150 voor een mooie gladde afwerking.
Bij teak of ander tropisch hardhout kun je nog fijner schuren. P180 is vaak geen probleem. Dat soort houtsoorten zijn stevig genoeg en splinteren niet snel.
Moet je oude verf of lak verwijderen? Pak dan P40, P60 of P80, afhankelijk van hoe dik de laag is. Tussen laklagen door schuur je met P180 tot P240, afhankelijk van hoe glad je het wilt hebben.
Vergeet niet om altijd met de nerf mee te schuren. Schuur je tegen de nerf in, dan krijg je krassen die je er later bijna niet meer uit krijgt.
Hoe bouw je schuurkorrels logisch op binnen een project?
Een strak resultaat krijg je alleen als je de korrels in de juiste volgorde opbouwt. Ga je te snel naar een fijnere korrel, dan blijven de krassen van de vorige stap zichtbaar. Doe je het slim, dan bespaar je jezelf gedoe en hoef je later minder te herstellen.
Begin grof als dat nodig is:
- P60 als het hout ruw is of als je veel materiaal wilt weghalen.
- P100 om de krassen van P60 weg te werken.
- P120 om het hout klaar te maken voor grondverf of olie.
- P150 als basis voor een nette laklaag.
- P180 tussen twee laklagen in, zodat de volgende goed hecht.
- P240 voor een glad eindresultaat.
Sla nooit meer dan één stap over. Dus niet van P60 naar P180, hoe snel dat ook lijkt. Na elke stap: voel even met je hand en kijk goed. Voelt het nog ruw of zie je krassen? Dan ben je nog niet klaar.
Veelgemaakte fouten bij korrelgebruik
Veel schuurproblemen komen door verkeerd gebruik van de korrel. Met een beetje kennis kun je dat makkelijk voorkomen:
- Te grof beginnen op zacht hout: Zeker bij vuren ontstaan dan snel diepe krassen. Start liever met P120 of fijner.
- Doorwerken met een versleten schuurband: Die schuurt niet meer gelijkmatig en kost je vooral veel tijd zonder resultaat.
- Stappen overslaan in de korrelopbouw: Oude krassen blijven dan zichtbaar, ook al denk je dat je fijn genoeg schuurt.
- Te lang op één plek blijven hangen: Hierdoor krijg je brandplekken of een kuil in je hout. Blijf in beweging.
- Een verstopte schuurband gebruiken: Dan werkt de band niet meer goed en beschadig je het oppervlak sneller. Even schoonmaken of vervangen dus.
- Geen overlap tussen je banen: Dan krijg je een vlekkerig en ongelijk resultaat. Hou zo’n 30 tot 50% overlap aan.
Meer weten over goed schuren en techniek? Bekijk hier hoe je moet schuren met een bandschuurmachine.
Wanneer moet je een schuurband vervangen?
Een versleten schuurband herken je snel. Zie je glanzende plekken op het schuurvlak? Dan zijn de korrels weggesleten. Zit er een rafel of scheurtje aan de rand? Dan kan de band doorscheuren en kun je beter stoppen.
Gaat het schuren moeizamer of wordt het resultaat slechter? Dan is de band op. Je loopt dan meer risico op krassen of een ongelijk oppervlak.
Zodra je dit merkt: vervangen. Een nieuwe band schuurt beter én voorkomt schade aan je werk.
Tot slot
De juiste korrel bepaalt hoe je werkstuk eruit komt te zien. Werk altijd van grof naar fijn. Kijk goed naar het hout dat je gebruikt en wat je ermee wilt bereiken. Met een slimme opbouw en een frisse schuurband haal je het meeste uit je bandschuurmachine. En je voorkomt schade, gepruts en extra werk achteraf.